Gisteren ben in na de spottersnacht op Volkel nog even doorgereden naar Soesterberg, omdat de daar aanwezige F-104G (langs de A28) al een tijdje op mijn lijstje stond om bij nacht te fotograferen. Getriggerd door de vragen en ervaringen op Volkel besloot ik om ook even wat testplaatjes te maken, in de hoop wat antwoorden te vinden op veelgestelde vragen. Tijdens het verwerken van de tests liep ik echter tegen een aantal nog grotere vragen aan, waarbij ik jullie hoop dat jullie me eens een stukje verder kunnen helpen.
Een van mijn twee tests was gericht op ruis binnen verschillende ISO-waarden. Mijn idee was om éénzelfde plaatje te nemen op 50, 100, 200, 400, 800, 1600 en 3200 ASA. Dat zou me wel duidelijk maken of en hoeveel ruis er optreed bij welke gevoeligheid. Toen ik echter alle plaatjes achter elkaar bekeek werd mijn aandacht getrokken door iets heel anders, namelijk de stervorming die optreed rondom lampjes. Dit fenomeen wordt sterker naarmate de lensopening kleiner wordt (hoger diafragma getal). Tevens draait de stervorming met de klok mee naarmate de lensopening kleiner wordt.
Deze conclusie zette me aan het denken, waarbij ik me realiseerde dat de punten van de ster waarschijnlijk worden veroorzaakt door de lamellen van het diafragma. Mijn lens vertoont zes pieken per ster, hetgeen betekent dat mijn lens waarschijnlijk zes lamellen heeft die onder een hoek over elkaar schuiven. Een lens met acht lamellen zal dan waarschijnlijk acht punten laten zien (kan het zijn dat Nikon lenzen vaak 8 punten laten zien, terwijl Canon juist vaak 6 punten heeft?). Naarmate de lamellen verder over elkaar heen schuiven (waarschijnlijk draaien) zal ook de plaats van de hoeken steeds een beetje van plek veranderen, hetgeen de draaiing van de sterren zou verklaren. Zie hier het resultaat....
![Image](http://www.dappa.nl/sterretjes.gif)
Op de overzichtsfoto is slecht te beoordelen hoe groot de ruis is. Daarvoor moet je inzoomen tot op 100% zodat iedere pixel wordt weergegeven. Om dat resultaat inzichtelijk te maken heb ik twee delen van de foto uitgesneden. Het zijn de staart en de cockpit. Het plaatje van de staart laat vooral zwarte lucht en goed belichte contrasten zien, terwijl het plaatje van de cockpit juist lamplicht en kwetsbare over- en onderbelichting zichtbaar maakt.
Mijn eigen conclusie is dat je zonder ruis kunt fotograferen tot en met 400 ASA. Bij 800 ASA kun je al een klein beetje ruis vinden en vanaf 1600 ASA is er duidelijk ruis zichtbaar. Tegelijkertijd is vooral ook in de cockpit foto duidelijk het effect van scherptediepte zichtbaar. Let maar eens op de gele pijl en de "Rescue box" bij de neus.
![Image](http://www.dappa.nl/staart-ruis.gif)
![Image](http://www.dappa.nl/cockpit-ruis.gif)
De enorme ruis bij 3200 ASA lijkt haast wel onoverkomelijk voor mensen die van mooie weergave houden. Toch bieden ISO waarden van 800, 1600 of zelf 3200 je een hoop extra ruimte om bijvoorbeeld de stervorming te vergroten, de sluitertijd te drukken of de scherptediepte te beinvloeden. En dus vroeg ik me af hoeveel een anti-ruis programma me zou helpen bij het bestrijden van die vervelende spikkels. Dus heb ik het programma Noise Ninja losgelaten op de meest extreme plaat (3200 ASA), met een verbazingwekkend resultaat....
![Image](http://www.dappa.nl/noise-ninja-test.gif)
Helaas kwamen er pas achteraf nog meer tests in mij op, zoals onderbelichting, bracketing en dynamic range. Hopelijk lukt het me in de toekomst om daar ook nog eens mee aan de slag te gaan. Maar nu ben ik eerst wel eens benieuwd naar de reacties van de lezers, dus laat me gerust weten wat jouw ideeen en opmerkingen zijn naar aanleiding van bovenstaande tekst en foto's.
Groetjes,
Iwan